TUMIS KUBIS

Kruidige spitskool met friszure appel en een krokante crunch van pinda’s.

 

 

INGREDIËNTEN

500 gr spitskool, 3 sjalotjes, 2 bosui, 2 rode lomboks, 3 teentjes knoflook, 1 tl terasi bakar, 1 stengel sereh, ½ fris appeltje, 2 el rijstolie, zout, 25 gr ongezouten pinda’s, handje selderijblaadjes, handje krulpeterselie

Bumbu: 3 kemirinoten, 2 cm jahe, 1 cm kunyit, 1 tl witte peper, zout

BEREIDING

Pof de fijngehakte kemirinootjes in een droge pan.

Pel en snipper de sjalotjes en de knoflook. Snijd de lomboks klein. Wrijf de kemirinootjes, de helft van de lomboks, de sjalotjes en de knoflook samen met witte peper, zout, geraspte jahe en geraspte kunyit in een cobek tot een gladde bumbu.

Snijd van de spitskool een fijne julienne.

Verhit 2 eetlepels rijstolie in een wajan, verkruimel hierin de trasi en fruit na 1 minuut de achtergehouden sjalotjes, knoflook en lomboks gedurende 2 minuten. Voeg de bumbu toe en de gekeusde en geknoopte sereh en fruit gedurende 3 minuten. Voeg dan de kool toe en roerbak gedurende 3 tot 5 minuten. Voeg dan 150 ml kokend water toe, temper de hittebron en laat het smoren tot het vocht bijna is verdampt.

Hak de selderie en de peterselie fijn met een scherp mes.

Snijd de appel in de lengte door midden. Schil en snijd van de ene helft, zonder klokhuis, brunoise van 5 millimeter.

Snijd de bosui in dunne ovaaltjes.

Laat de appel en de helft van de bosui samen met de helft van de fijngehakte peterselie en selderie de laatste twee minuten zachtjes mee smoren. Verwijder de sereh.

Snijd uit de andere helft van de appel in grootte toenemende wedges waardoor een “vlam” ontstaat.

Maak de schotel hiermee op en strooi over het geheel de rest van de bosui en de fijngehakte pinda’s.

Garneer met helft van de fijngesnipperde selderie en peterselie.

 

error: Content is protected !!