KEMIRI


Tingkih in Balinees, ook bekend als kemirienoot, candlenut, candleberry, Indian walnut, kukui, buah keras

Het vruchtvlees uit de noot van de Aleurites moluccana boom, een ronde crèmekleurige ietwat vettige noot. Lijkt op het eerste gezicht een wat groot uitgevallen hazelnoot. Maar anders dan de hazelnoot is de schil bijna niet zelf te kraken, vandaar dat ze altijd gepeld worden verkocht.

Kemiri wordt gebruikt om aroma en een beetje smaak en binding toe te voegen. Het lekkerste is om ze voor gebruik eerst even goudbruin te poffen, bijvoorbeeld 10 minuutjes in een oven van 160 graden. Het is beter om ze niet rauw te eten, omdat ze dan heel licht giftig zijn, maar pas gevaarlijk in grote hoeveelheid.

Hak de kemiri in kleine stukjes of plet ze in een vijzel en voeg ze toe aan je stoofgerecht. Het maakt sauzen dikker en hartiger. Kemiri smaakt vettig, notig en een klein beetje bitter. Luchtdicht verpakt nog jaren houdbaar. Voor grootverbruikers is er ook kant-en-klare kemiripasta te koop.

De noten bevatten van nature zoveel olie dat ze kunnen branden. Vandaar dat de Engelsen ze candlenuts noemen.

Eventueel te vervangen door macademia noten. Dan krijg je een vergelijkbare structuur, maar mist de smaak van kemiri.

error: Content is protected !!