LAOS


In Balinees isen en ook laoswortel, galangal, galanga, grote galanga, greater galangal, lengkuas, Thaise gember, blue ginger.

Laos is de wortelstok van de tropische plant Alpinia galanga. Laos is familie van gember. Het wordt ook wel (grote) galanga genoemd, een naam die verwarrend kan zijn omdat deze ook voor andere familieleden gebruikt wordt. Kentjoer bijvoorbeeld, staat (abusievelijk) bekend als kleine galanga. Zowel kentjoer als laos en gember worden als specerij en medicinaal gebruikt. Laos komt oorspronkelijk uit Indonesië en het is een meerjarige plant die tot 2 meter hoog kan worden. Uit dikke wortelstokken groeien de scheuten en bladeren. Deze wortelstokken worden na een aantal jaar geoogst, in stukken gesneden en vers of gedroogd verscheept en gebruikt als specerij. Laos wordt voornamelijk geteeld in Zuidoost-Azië en Indonesië. Samen met ketoembar en komijn (djintan) vormt het de basis van veel Indonesische gerechten. Laos helpt om vervelende geuren te maskeren, daarom wordt het in India onder andere als deodorant en als mondverfrisser gebruikt. In delen van Azië staat het tevens bekend als afrodisiacum. In Nederland wordt het, ondanks de tropische herkomst, al sinds de 12de eeuw gebruikt. Het stond toen bekend als medicijn tegen hartenpijn.

Laos is een populaire smaakmaker in de Indonesische en Thaise keuken. Ook in de Maleisische en Vietnamese keuken wordt veel laos toegepast. De frisse, bitterzoete geur is bedwelmend sterk en doet denken aan citrusvruchten. Alleen al om de geur is het een genot om met laos te werken. De smaak lijkt wel wat op die van gember, maar is frisser en minder scherp/peperig. Het ruikt een beetje naar plakkerige pijnboom, maar ook een beetje naar zeep. Dat klinkt niet lekker maar is het wel. De smaak is tegelijkertijd friszuur en prikkelend. Laos is daarmee uitermate geschikt om gerechten de kenmerkende ‘Oosterse’ smaak te geven. Bovendien heeft laos de prettige eigenschap om ongewenste geuren te maskeren.

Laos kan goed in de plaats van of naast gember gebruikt worden voor een verrassende twist. Voeg naar smaak toe. Laos kan het beste vanaf het begin mee stoven of koken om de smaak volledig te ontwikkelen en af te geven.

In wat dikkere, gekneusde plakjes laten meestoven in curries of soepen en er voor het opdienen weer uitvissen. Of fijnmalen in boemboes en pasta. Gebruik het liefste verse of desnoods ingevroren laos, al blijft laos in poedervorm wel een handig en snel alternatief.

Er zijn eigenlijk 4 soorten galangal: Alpinia galanga is grote galangal (hierboven),
Alpinia officinarum is kleine galangal (vrij onbekend, behalve in China, wordt daar voornamelijk als medicijn gebruikt), Kaempferia galanga = kencur, kentjoer of kentjur. (vaak foutief aangeduid als “kleine galanga”) en Boesenbergia pandurata => Chinese gember of vingerwortel

error: Content is protected !!